Uit onderzoek blijkt dat de A2 tussen de knooppunten Deil en Vught in 2030 uitgroeit tot een van de grootste fileknelpunten van Nederland. Daarom besloot de minister van Infrastructuur en Waterstaat in 2018 een verkenning te starten naar een oplossing voor dit probleem.
Een grootschalige aanpassing vindt plaats vanaf 2026. Binnen het programma gaan wij tot die tijd aan de slag met een pakket maatregelen. Deze maatregelen dragen nu al bij aan minder drukte op de A2.
In het programma A2 Deil-Vught werken zes partijen intensief samen om de doorstroming op de A2 tussen knooppunt Deil en knooppunt Vught in beide richtingen te verbeteren, de bereikbaarheid van het omliggende gebied te vergroten én om de verkeersveiligheid te verbeteren:
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- Rijkswaterstaat
- Provincie Gelderland
- Provincie Noord-Brabant
- Regio Rivierenland
- Gemeente 's-Hertogenbosch
.png)
Het Programma kent 2 werkpakketten:
- Korte termijn maatregelen
- Lange termijn maatregelen
Korte termijn maatregelen
Met de korte termijn maatregelen richt het programma zich op maatregelen om nu al drukte op de A2 te verminderen en de veiligheid te vergroten. Voor een overzicht van alle maatregelen klikt u hier.
Lange termijn maatregelen
Het pakket lange termijn maatregelen bestaat voornamelijk uit een MIRT-verkenning. In de MIRT-verkenning zoekt het programma oplossingen voor de langere termijn (na 2025). Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat reserveert 830 miljoen euro op de meerjarenbegroting.
Naast een aanpak van de problemen op de weg bekijkt het programma de mogelijkheden om het gebruik van de trein op de lange termijn te verbeteren. Het programma sluit hierbij aan bij Toekomstbeeld OV 2040. Dit is een uitwerking van het OV-netwerk op nationaal en regionaal niveau. In de landelijke uitwerking van het spoornetwerk zijn inmiddels de belangrijkste bouwstenen geselecteerd op basis waarvan het spoornetwerk 2040 wordt uitgewerkt en doorgerekend. Hierbij wordt voor de A2 corridor vooralsnog uitgegaan van optimale benutting van de bestaande capaciteit. Dat leidt tot kortere reistijden en met name tussen Utrecht-Den Bosch-Tilburg-Breda tot een hogere frequentie van intercity’s. Ook wordt gekeken naar een andere lijnvoering.